A-Klas

cataVanaf 6 maanden kunnen honden en hun baasjes terecht in de A-klas. Al de honden die niet in het bezit zijn van een brevet van KKUSH zullen deze klas moeten doorlopen.

In de mate van de tijd die beschikbaar is zijn volgende oefeningen belangrijk in de A-Klas.

  • VOETOEFENING, (ook met lawaai en storing)
  • VOLGOEFENINGEN. ( meestal aangelijnd)
  • KEREN.
  • VOORSTELLEN V/d hond (tandjes zien en de houding recht of staan; en helpen)
  • HOUDINGEN aan de voet.
  • APPORTEREN ( meestal aangelijnd)
  • KWARTDRAAI links of rechts
  • APPORT LEREN VASTHOUDEN.
  • SOCIAAL ZIJN VOOR ANDERE HONDEN (kriskras lopen)
  • VOOR DE RIJ VOORBIJGAAN.
  • SLALOM TUSSEN DE RIJ DOOR.
  • VOLGOEFENING IN 8 VORM
  • DE HOND BLIJFT TER PLAATSE,TERWIJL DE GELEIDER ZICH BEWEEGT EN ZELFS ROND OF OVER DE HOND STAPT
  • BEGINNEN MET HET AANLEREN VAN ZITVOOR.
  • IEDERE OEFENING ZOVEEL ALS MOGELIJK BEEINDIGEN MET DE VOET, en dit naast een voorwerp (bandje of iets anders) zodat de hond niet in de fout kan gaan.
  • NA IEDERE OEFENING DE BELONING. ( die mag er zelfs komen voor het beëindigen van iedere oefening en ook tijdens)

Aandachtspunten :cata2
Niet de geleider maar de hond zit aan de voet. Nooit drie bevelen; wel één bevel en laten uitvoeren met hulp.
Het verschil uitleggen tussen “VOET” en “ZIT”. Bij het bevel “ZIT” blijft de hond zitten, zelfs wanneer de geleider zich verwijdert.

Om over te gaan naar de B-klas moet de hond samen met zijn begeleider slagen in de overgangsproeven.
Overgangsproeven

Deze proeven gaan door elk tweede weekend van de maand (uitzonderingen zijn mogelijk), in het begin van de les.

  • Vast volgen : Een wandeling voor en achter 5 honden: men vertrekt aan de binnenkant van de buitenste kegel en blijft binnen de buitenste kegels en draait achter de middelste kegel en stopt met de hond aan de voet tussen de 2 kegels, bij deze voet mag nog geholpen worden, aanraken van de hond tijdens de volgoefening is niet toegestaan (de hond mag U wel aanraken). Men heeft recht op 2 bijbevelen, de naam van de hond mag gezegd worden bij elk bijbevel, een ruk aan de leiband of een woord zijn bijbevelen, de aangeduide weg niet volgen wordt ook aanzien als een bijbevel, ecata3en gestrekte lijn wordt ook aanzien als een bijbevel.  Voor de start mag men de hond goed onder controle zetten en bij de start mag een bevel gegeven worden.
  • Voorstellen van de hond: De instructeur komt naar de begeleider toe gestapt en groet de begeleider met hond aan de voet, met een handdruk, de begeleider laat de tanden van de hond zien en laat de hond nadien rechtstaan (helpen is toegestaan) zodat de instructeur deze hond kan betasten. De leiband moet steeds vastgehouden worden, de kop van de hond mag vast gehouden worden als de hond agressiviteit tekens vertoont.
  • Blijfoefening: De hond moet gedurende 30 sec in lig achter gelaten worden, bij de lighouding mag nog geholpen worden (leiband naast de hond of afgelijnd). De begeleider komt naast de instructeur staan, men heeft recht op 1 herkansing zolang men niet naast de instructeur staat. Men heeft ook recht op 2 bijbevelen maar de hond moet op zijn plaats blijven in de lighouding.
  • Apporteren: Men gooit de apport een 10 tal meter vooruit, dit mag al spelend gebeuren. Oprapen is voldoende, lokken of aanmoedigen is toegelaten (± 40 sec). Een stap vooruit doen is echter niet toegelaten